Eetbare wilde planten

Wilde planten

Alle groenten en fruit, die je tot je neemt, zijn ooit wilde planten geweest. Tot het moment kwam, dat er planten gekweekt en veredeld gingen worden met doelen als verhoging van opbrengst en smaakverandering. Waarbij ook nog zaken als gelijke grootte, outlook en kostenbesparing zeer belangrijk zijn geworden.

In de wilde plant zijn nog de oorspronkelijke eigenschappen aanwezig. Wilde planten zijn vaak sterker, want ze moeten zonder hulp kunnen overleven. En dat proef je!
Een mooi voorbeeld is de bosaardbei, die hoewel kleiner van grootte, veel krachtiger is van smaak dan zijn gecultiveerde tegenhanger die je in de winkel koopt.

Wilde planten groeien op grondsoorten waar ze zich thuis voelen en hebben geen onderhoud nodig om te overleven. Van veel wilde planten in de vrije natuur, kun je de bladeren, wortels of bessen gebruiken in je gerechten als vervanger van 'gewone' groenten of fruit.

Als je de natuur in gaat om een portie groente of fruit te verzamelen, pluk een boom of struik dan niet helemaal leeg. Dat is niet altijd even goed voor de plant en zo blijft er ook nog iets over voor de vogels. Als je bessen plukt, zoals bramen, pluk dan niet te laag bij de grond. Houdt er rekening mee dat op die hoogte, ook andere beesten als vossen zich hieraan tegoed doen. Laaghangende bessen kunnen door hen zijn besmet.