Voor het eerst werd inkt in de landen met de oudst bekende beschaving, in China en Egypte, gebruikt; de ontwikkeling ging parallel met die van het papyros, de voorlooper van ons papier. Onder de regering van den Chinese keizer Houangti (2697 tot 2597. v. Chr.) vond Tien-Tschen de Oost-Indische, eigenlijk Chinese inkt it. Deze inkt bestaat uit fijn roetzwart met een lijmoplossing als bindmiddel en is dus een zwarte waterverf. Deze inkt is uiterst duurzaam; duizenden jaren oude Egyptische papyrussen zijn nu nog goed leesbaar. Ook de Grieken en de Romeinen gebruikten inkt, die met roetzwart gekleurd werd. Cicero beschrijft reeds een inkt, die uit sepia bestond. Deze inktsoort kan met water echter gemakkelijk afgewassen worden.
In de tweede eeuw voor Chr. beschrijft Philo van Byzantium een soort geheime inkt, waarmede men schreef en die dan met galappeluittreksel zichtbaar gemaakt werd, klaarblijkelijk dus ijzerzout en tannine, de voorloper van onze gallusinkt. Ook Plinius noemt inkt, die uit galappeluittreksel en ijzerzout gemaakt wordt.
Naast de zwarte inkt werd in de oudheid veelal van gekleurde inkt gebruik gemaakt, vermiljoen en menie naast organische kleurstoffen als kermes (een soort schildluis), drakenbloed, meekrap, safloor, orseille en hyacinthen met melk. Deze goedkoope k1eurstoffen maakten het iedereen mogelijk met rode inkt te schrijven, daar de eerste rode inkt uit de purperslakken alleen door de Romeinsche keizers gebruikt mocht worden. Hiernaast speelden tot lang in de middeleeuwen de zilver- en goudinkten een grote rol.
In de middeleeuwen vinden we een groot aantal voorschriften voor de verschillende soorten inkt, waaruit blijkt, dat de gallusijzerinkt algemeen bekend was. Tot in de 19e eeuw gaven vele geleerden recepten voor inkt. Het aantal boeken over dit onderwerp is zeer groot, doch het duurde tot 1847, voor Runge een nieuwe inkt uitvond, waardoor een stalen pen niet aangetast werd, namelijk uit campêchehoutextract en kaliumbichromaat.
Hiernaast maakt men tegenwoordig inkten, die uit een oplossing van alleen kleurstoffen in water met iets gom bestaan, die men dus in alle gewenste kleuren kan maken.
Ook drukinkt werd voor het eerst in het land van de oudste beschaving, in China, gemaakt. De gewoonlijk zwarte drukinkt werd door de kunstenaars, die de houtcliché's sneden, ook zelf aangeroerd en gewreven. Zwarte drukinkt bestond uit roet, dat uit verkoolde plantenvezels gemaakt werd en het bindmiddel was dik gekookte houtolie. Gekleurde drukinkt bestond uit gekleurde plantensappen of uit kleuraarden. Hierop volgde dan de diepdruk, waarbij figuren en tekeningen in een metaalplaat gegraveerd werden. De plaat werd met drukinkt ingesmeerd en dan alle verf schoon weggeveegd, zodat alleen in de diepe plaatsen iets verf bleef zitten. Gedrukt werd dan op vochtig papier. Zulke drukken zijn nu nog in een groot aantal bekend en nog in zeer goede staat, waartoe de goede kwaliteit van het papier stellig ook bijgedragen heeft.
Bij ons vindt men de techniek van het graveren voor het eerst in het jaar 1160. In de 13e tot 15e eeuw beginnen de goudsmeden en de wapensmeden hun gegraveerde voorwerpen met behulp van afdrukken op papier vast te leggen. Hier is dus het begin van de eigenlijke drukkerij. De oudste kopergravure, een Christusbeeld, stamt uit het jaar 1446. In 1483 werd het etsen uitgevonden en zo ontwikkelde zich de druktechniek steeds verder.
Na de uitvinding van de boekdrukkunst werd de benodigde hoeveelheid drukinkt steeds groter en de drukkers, die de inkt zelf moesten maken, hadden hiervoor eigenlijk geen tijd. In 1818 werd toen in Parijs door Lorilleux een werkplaats ingericht, waarin hij voor zijn collega's de drukinkt ging maken. Deze werkplaats is in de loop der tijden tot een grote fabriek met filialen in de gehele wereld uitgegroeid.
Drukinkt is tegenwoordig een artikel geworden, waarvoor een ontzaglijk groot aantal verschillende grondstoffen gebruikt worden, ja, men kan wel zeggen, dat alle groepen van chemicaliën in de een of andere drukverf gebruikt worden.
Als bindmiddel neemt men lijnolie, die door koken bij hoge temperatuur sterk verdikt wordt, oplossingen van harsen in lijnolie, verder asfalt, minenerale olie, stearinepek, vaseline, wolvet, barnsteen, Chinese houtolie, Venetiaanse terpentijn, kunstwassen, was, dextrine, glycerine, cumaronhars en een groot aantal oplosmiddelen als benzol, toluol, xylol, terpentijnolie, enz.
Voor het kleuren gebruikt men nagenoeg alle voorkomende pigmenten, waarbij de kwaliteit van het pigment aan de eisen, die men aan de inkt stelt, aangepast wordt. Voor de fijne drukinkten die voor illustraties gebruikt worden, werkt men met de zuiverste pigmenten, die bovendien buitengewoon fijn gemalen moeten worden. Vooral de nieuwe verlakte organische kleurstoffen, die dan in olie niet meer oplossen, worden voor gekleurde illustraties gebruikt, daar ze fraaie tinten mogelijk maken.
Het is duidelijk dat men voor het maken van zulke fijne drukinkten ook over de meest geperfectionneerde machines moet beschikken waarin men het pigment innig met het bindmiddel kan mengen en tot een onvoelbare fijnheid kan wrijven.
Zwaarspaat | 50-100 | dl | |
Aluminiumsulfaat | 10 | dl | |
Gecalc.soda | 5 | ,5 | dl |
Bariumchloride | ,5 | dl | |
Helioechtkarmijn CL | 5-8 | dl |
De zouten worden in de tienvoudige hoeveelheid water opgelost en aan het mengsel van deze oplossingen met het zwaarspaat voegt men de kleurstof, die men eerst in 500 dl water opgelost heeft, onder goed roeren toe. Tenslotte wordt nog een kwartier goed doorgeroerd. Het neerslag wordt afgefiltreerd en gedroogd of nat verder verwerkt.
Aluminiumsulfaat | 40 | dl | |
Kalkmelk 1:10 | 150 | dl | |
1 uur koken. | |||
Calciumchloride gecalc. | 7 | ,2 | dl |
Natriumfosfaat | 4 | ,2 | dl |
Alizarinerood IB 20 % | 50 | dl | |
Turksch-roodolie | 10 | dl | |
Tenslotte 3 uur koken. |
p-nitroaniline | 25 | dl | |
Water | 70 | dl | |
Zoutzuur 19° Bé | 90 | dl |
IJs | 180 | dl | |
Water | 360 | dl |
Natriumnitriet | 14 | dl | |
Water | 60 | dl |
De oplossing wordt gefiltreerd. Kort voor het gebruik voegt men zoveel van een verzadigde natriumacetaatoplossing toe, dat men met Congopapier geen vrij zuur meer aan kan toonen en men met joodkaliumstijfselpapier geen vrij nitriet meer vindt.
Hiernaast maakt men de volgende oplossing:B.Naphtol | 28 | ,6 | dl |
Natronloog 40° Bé | 25 | dl |
Goed mengen en dan 50 dl heet water toevoegen. Tenslotte nog een oplossing van 30 dl gecalcineerde soda in 300 dl water toevoegen.
Wanneer het pigment voor drukinkt gebruikt moet worden, voegt men aan de naphtoloplossing eerst 2000 dl 10-pcts aluminiumhydraatpasta toe en laat dan de eerste oplossing onder goed roeren langzaam in de naphtoloplossing loopen.
Het neerslag wordt afgezogen, gewassen en gedroogd.
Albertol 116 Q | 600 | dl | |
Benzol of Toluol | 1400 | dl | |
Aluminiumhydroxyde | 210 | dl | |
Ultramarijnblauw | 120 | dl | |
Berlijns-blauw | 90 | dl | |
Carbon Black | 90 | dl | |
Brillantzuur-rood | 30 | dl |
Alcohol | 7 | dl | |
Gedestilleerd water | 3 | dl | |
Zilvernitraat | 1 | dl | |
Pyrrolblauw | 0 | ,25 | dl |
Selenigzuur | 50 | dl | |
Kopersulfaat (ijzervrij) | 60 | dl | |
Salpeterzuur s.g. 1,4 | 200 | dl | |
Water | 690 | dl |
De zouten worden onder verwarming in het verdunde salpeterzuur opgelost, de oplossing laat men enige dagen staan en filtreert haar dan. Het staal moet voor het beschrijven met behulp van benzine of tetrachloorkoolstof zuiver schoon en vetvrij gemaakt worden.
De inkt kan ook met een gewoon gummistempel gebruikt worden.
Een meer diepzwarte kleur verkrijgt men met:Selenigzuur | 75 | dl | |
Kopersulfaat | 85 | dl | |
Salpeterzuur s.g. 1,4 | 100 | dl | |
Water | 740 | dl |
Het mengsel blijft een week staan en wordt dan gefiltreerd.
Nitrocellulose | 15 | dl | |
Aceton | 100 | dl | |
Spiritus | 100 | dl | |
Harsester | 3 | dl | |
Tricresfosfaat | 3 | dl |
Het papier wordt met deze lak bestreken tot het voldoende stevig is.
Paraffine | 10 | dl | |
Kristalviolet | 50 | dl | |
Oliezuur | 35 | dl | |
Gebleekte montaanwas | 90 | dl | |
I.G.-was E | 400 | dl | |
Gele vaseline | 420 | dl |
Het kristalviolet moet eerst met het oliezuur samengesmolten worden. Hierna mengt men de wassen door ze in de volgorde van het smeltpunt te smelten, de hoogst smeltende het eerst. Aan de smelt voegt men dan de methylvioletsmelt toe. Tenslotte wordt op een walsenmolen geëgaliseerd.
Paraffine | 6 | dl | |
Violetblauw | 5 | dl | |
Berlijns blauw | 6 | dl | |
Ruw montaanwas | 15 | dl | |
Roetzwart | 20 | dl | |
Vaseline-olie | 32 | dl |
Op de juiste grootte gespleten lindenhout, hazelhout of eventueel ander zacht hout wordt in een ijzeren retort onder afsluiting van de lucht zo hoog verhit, dat het hout zijn vluchtige bestanddelen geheel afgeeft. Men mag echter niet te hoog verhitten, daar de houtskool dan door sinteren van de koolstof te hard wordt.
Het gebruikte grafiet en pijpaarde moeten voor het verwerken uiterst zorgvuldig gereinigd worden. Hiertoe wordt de pijpaarde door een behandeling met soda opgeslibd en van de grove bestanddeelen gescheiden. Ook electro-osmose wordt hier toegepast. Ook het grafiet wordt minstens door slibben gezuiverd. Nu wordt het grafiet met pijpaarde in een verhouding gemengd, die van de soort afhangt, die men wil maken. Voor harde potlooden neemt men ongeveer 30 % grafiet en voor zachte ongeveer 70 %. Het materiaal wordt in kogelmolens uiterst fijn gemalen. De gemalen massa wordt afgeperst en tot dunne staafjes geperst, in stukken gesneden en gedroogd. Tenslotte worden ze in kisten, ingepakt tussen cokes om het verbranden te verhinderen, tot de vereiste hardheid gebakken.
Kopieerpotloden bestaan uit kaoline met tragacanth als bindmiddel en violette kleurstof, die hiertoe extra vervaardigd wordt, als kleurend bestanddeel.
Kalkhydraat | 2 | dl | |
Zinkwit | 5 | dl | |
Titaanwit | 75 | dl | |
Japanwas | 5 | dl | |
Stearinezuur | 5 | dl | |
Paraffine | 14 | dl |
Potloodviolet | 35 | dl | |
Grafiet | 63 | dl | |
Tragacanth | 2 | dl | |
of: | |||
Potloodviolet | 35 | dl | |
Grafiet | 43 | dl | |
China clay | 20 | dl | |
Tragacanth | 2 | dl |
Auramine | 30 | dl | |
Grafiet | 50 | dl | |
China clay | 18 | dl | |
Tragacanth | 2 | dl |
Kopieerpotloodzwart | 30 | dl | |
Grafiet | 50 | dl | |
China clay | 18 | dl | |
Tragacanth | 2 | dl |
Anilinekleurstof | 20 | dl | |
Glycerine | 6 | dl | |
Melasse | 3 | dl | |
Kokend water | 80 | dl |
Kaliumnitraat | 20 | dl | |
Water | 80 | dl |
Men tekent op dun wit papier, zodanig dat de tekening een doorlopende lijn vormt. Nadat de tekening droog is, kan ze met een gloeiende sigaret of een gloeiend ijzerdraad op een punt aangestoken worden. De lijnen gloeien door en de tekening verschijnt zwart.
Men mengt zuivere lichte China clay met ongeveer gelijke deden van een licht, goed dekkend pigment, vooral de fraai gekleurde lakpigmenten zijn hiervoor geschikt, en mengt deze bestanddelen met een oplossing van tragacanth zodanig, dat het pigmentmengsel 1,5 tot 2,2 % gom bevat. De juiste verhoudingen hangen van de grondstoffen af. De massa wordt geperst en voorzichtig gedroogd.
Wit krijt verkrijgt men door zuiver witte kaoline eventueel met titaanwit gemengd op dezelfde wijze met gomoplossing te binden.
Zuivere bijenwas | 60 | dl | |
Droge kernzeep | 20 | dl | |
Roetzwart | 15 | dl | |
Soda | 2 | dl | |
Oliezeep | 15 | dl |
De soda wordt in water opgelost en aan de smelt van wassen en zeep toegevoegd. Men kookt de massa dan tot het water geheel verdampt is en giet de massa in vormen.
Gebleekte bijenwas | 8 | dl | |
Droge kernzeep | 2 | dl | |
Robijnschellak | 2 | dl | |
Roetzwart | 2 | dl |
De bijenwas wordt eerst gesmolten, hierna voegt men de zeep toe en verhit zo hoog tot zich stekend ruikende dampen beginnen te ontwikkelen. Men laat nu iets afkoelen en voegt het zwart toe. Nu verwarmt men weer zodanig, dat de massa goed vloeibaar blijft en roert zo goed mogelijk door om het zwart gelijkmatig te verdelen.
Dan voegt men de fijn gemalen schellak toe, verhit tot zich weer dampen ontwikkelen en laat afkoelen. De massa wordt in vormen gegoten. Voor het gebruik wordt de massa met water tot een zwarte inkt aangemengd.
Voorkom ongelukken!
Gevaarlijk vergiftige stoffen worden bij het recept aangegeven. Men mag echter nooit vergeten dat alle chemicaliën relatief gevaarlijk zijn. Na het werken met chemicaliën moet men dus in ieder geval de handen wasschen, gedurende het werk mag men met de handen niet aan de oogen komen. Bij het werken met brandbare vloeistoffen mag volstrekt geen vuur in het vertrek aanwezig zijn.
Aanvulling door vindikhier.nl
Beslist lezen!
Op deze website geven wij de oorspronkelijke tekst weer van het boek 'mengen en roeren, verschenen in 1936. Lees vooral de inleiding met onderwerpen als verwarmen (boven waterbad, ofwel au bain-marie) en andere veiligheidszaken. Gebruik beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Sommige recepten of in recepten vermelde stoffen zijn wellicht in onbruik geraakt, niet meer verkrijgbaar, niet meer toegestaan of zelfs ronduit gevaarlijk.
Denk daarbij aan bijvoorbeeld asbest. Maar ook aan gevaarlijke stoffen als arsenicum en strychnine. Ga dus geen recepten namaken zonder kennis van zaken of met gevaarlijke of verboden stoffen. Met andere woorden:
'Enjoy Life' |
![]() disclaimer | mixandstir.com | w3schools | GFDL | GoodFon.com | pixabay | pexels |pinterest | pxhere.com | unsplash.com copyright © 2013 - vindikhier.nl - all rights reserved under construction |