Het maken van een parfum, dat werkelijk voldoet, kost in het gunstigste geval zeer veel tijd en geld. De Nederlandsche industrie is bovendien in staat voor de normale producten zeer goede parfums te leveren. Wanneer een grote firma een speciaal parfum wenst kan dit door een vakman uitgewerkt worden.
Het samenstellen van een eau de cologne is mogelijk volgens de volgende recepten, die natuurlijk naar smaak gewijzigd kunnen worden.
Bergamotolie | 440 dl |
Citroenolie | 195 dl |
Franse lavendelolie | 75 dl |
Petitgrainolie | 140 dl |
Neroli-olie | 45 dl |
Rozemarijnolie | 30 dl |
Bittere oranje-olie | 37 dl |
Resonoid verveine | 28 dl |
Geraniumolie | 10 dl |
Nerolie bigarade extra | 142 dl |
Bergamotolie | 313 dl |
Petitgrainolie (Fr.) | 171 dl |
Citroenolie | 256 dl |
Geraniumolie | 56 dl |
Rozenolie | 6 dl |
Lavendelolie | 56 dl |
Jasmin abs. | 1 dl |
Nerolie bigarade extra | 155 dl |
Petitgrainolie (Fr.) | 155 dl |
Portugalolie | 156 dl |
Citroenolie | 156 dl |
Bergamotolie | 312 dl |
Rozemarijnolie | 44 dl |
Lavendelolie | 22 dl |
De essences moeten voor het gebruik minstens enige weken blijven staan. Voor het maken van een normale eau de cologne lost men 25 g essence in 1 l alcohol op. De alcohol wordt tot 85 of 90 % verdund. Eventueel voegt men nog enige tiende procenten fixateur toe, waartoe men een reukloze harsfixateur kan gebruiken of mekkabalsem, ambratinctuur, muscustinctuur of benzoëtinctuur.
De eau de cologne blijft dan nog enige weken rustig staan en wordt dan gewoonlijk geheel helder. Indien niet dan wordt ze gefiltreerd.
Zeep | 40 dl |
Water | 50 dl |
Glycerine | 10 dl |
De glycerine houdt het schuim langer vochtig; een te vlug opdrogend schuim zou het scheren bijna onmogelijk maken.
Voor het vlugge inzeepen moet de
zeep zeer gemakkelijk oplosbaar zijn. Hierdoor wordt het schuim echter door eventueel nieuw toegevoegd water te gemakkelijk opgelost. Hier moet men dus een mengsel van goed oplosbare en minder oplosbare zeep kiezen. Tot de vetten, die een gemakkelijk oplosbare en sterk schuimende zeep geven, behooren cocosvet en palmolie. Ze maken het mogelijk zich met koud water te scheren, prikkelen echter de huid vrij sterk. In het algemeen neemt men hierom niet meer dan 10 tot 15 % van deze vetten. Verder neemt men vetten als rundvet en stearine. Voor een zeer taai schuim voegt men groote hoeveelheden beheenzuur toe.
De consistentie van de crême hangt niet alleen van de hoeveelheid water af, doch voornamelijk van de juiste verhouding tusschen de kali- en natronloog. Men mag vooral niet te veel natronloog nemen, daar de zeep dan te hard en brokkelig wordt.
De natronloog wordt gewoonlijk tot een sterkte van 20° Bé opgelost en de kaliloog tot een sterkte van 35° Bé.
Cocosvet | 9 dl |
Rundvet | 3 dl |
Stearinezuur | 28 dl |
Natriumhydroxyde | 1 dl |
Kaliumhydroxyde | 7 dl |
Glycerine | 10 dl |
Water | 45 dl |
De vetten worden met de glycerine samengesmolten en dan met de natronloog verzeept. De rest van het vet wordt nu met de helft van de totale hoeveelheid kaliloog volledig verzeept. Het stearinezuur wordt nu gesmolten en nadat men de rest van de loog toegevoegd heeft, voegt men zoveel stearinezuur toe, dat de zeep geheel neutraal is. Dan voegt men nog een weinig stearinezuur toe, zodat de zeep zwak zuur wordt. Hiertoe neemt men gewoonlijk 3 % stearinezuur.
In de hitte is deze zeep tamelijk dik. Men kan ze ook dunner houden, zodat ze gemakkelijker geroerd kan worden door met een groote overmaat stearinezuur te werken. Bij het afkoelen wordt het zuur dan met de berekende hoeveelheid loog geneutraliseerd, te rekenen met een klein overschot aan zuur.
Stearinezuur | 40 dl |
Cocosvet | 10 dl |
Kaliloog 38° Bé | 23 dl |
Natronloog 38° Bé | 6 dl |
Glycolstearaat | 4 dl |
De vetten worden bij 70° C verzeept. Daar de reactie tamelijk vlug verloopt kan men de loog in een vlot tempo toevoegen.
Bij de hete zeepmassa voegt men dan het glycolstearaat en laat de gehele massa enige uren staan. De zeep blijft door verder verlopend verzepingsproces warm en moet ieder uur geroerd worden.
De harde doch kleverige zeep moet nu nog gedroogd worden, in de gewenste vorm geperst en in zilverpapier verpakt.
Stearinezuur | 50 dl |
Lanoline (watervrij) | 9 dl |
Glycerine | 3 dl |
Triethanolamine | 1,5 dl |
Borax | 1,7 dl |
Water | 135 dl |
of: | |
Stearine | 40 dl |
Lanoline | 7 dl |
Paraffine-olie | 18 dl |
Glycerine | 3 dl |
Tiethanolamine | 3,3 dl |
Borax | 3,7 dl |
Water | 125 dl |
Het stearinezuur wordt met de andere vetten of olie samengesmolten. Men verhit tot ongeveer 70℃. De andere bestanddelen worden in het water opgelost en tot koken verhit. In de kokende oplossing giet men dan onder goed roeren het gesmolten vetmengsel. Men moet zo lang roeren tot de massa een volkomen gelijkmatige emulsie vormt. Onder het afkoelen voegt men dan het parfum toe. Van tijd tot tijd roert men voorzichtig door.
Het eerste recept levert een crême met paarlemoerachtige glans, die vooral voor een vette huid geschikt is. Het tweede recept levert een dikkere crème, die door personen met een droge huid gebruikt kan worden. Beide crême's vormen zeer gemakkelijk een gladde laag op het gezicht en hebben een verzachtend na-effect. Beide zijn zeer gemakkelijk af te wassen.
Stearinezuur | 200 dl |
Triethanolamine | 10 dl |
Water | 800 dl |
of iets dikker: | |
Stearinezuur | 200 dl |
Triethanolamine | 10 dl |
Watervrije soda | 10 dl |
Water | 800 dl |
Menthol | 10 g |
Boorzuur | 75 g |
Glycerine | 150 g |
Alcohol | 2500 g |
Water | 2-4 l |
Parfum naar believen |
Het menthol wordt eerst in alcohol opgelost, het boorzuur en de glycerine in het water. Hierna mengt men de oplossingen, parfumeert en voegt eventueel iets kleurstof toe.
Voor het verkrijgen van geheel doorschijnende aluinsteen smelt men de kaliumaluin weer zeer voorzichtig en voegt 5 % glycerine en water toe tot de smelt geheel doorzichtig is. De massa wordt dan weer in ingevette vormen gegoten.
De stenen verkrijgen een glad oppervlak door met een natte doek af te wrijven.
De droogtijd moet zodanig zijn, dat wanneer de vingers van de tweede hand gereed zijn, de lak op de eerste hand reeds droog is. Dit maakt het mogelijk, dat men voor het bereiken van een zo fraai mogelijk resultaat de nagels twee keer met de lak bestrijkt.
De droge lak moet natuurlijk geheel strak opdrogen zonder pukkeltjes en zonder penseelstreken. Verder moet de lak ongeveer 5 tot 7 dagen zijn glans behouden en in die tijd ook niet afbladeren of scheuren.
De nitrocellulose komt in een zeer groot aantal soorten in de handel. Voor nagellakken neemt men in het algemeen de nitrocellulose, die de meest dunvloeibare oplossingen levert. Deze soort collodium, de ½-sec nitrocellulose, wordt gemaakt in twee ondersoorten, waarvan de een normaal oplosbaar is in de oplosmiddelen als aceton, butylacetaat, arnylacetaat, enz. De andere soort is speciaal in alcohol dus ook in onze gewone spiritus goed oplosbaar. De laklagen van deze soort zijn echter in het algemeen niet zo sterk als van de normaal oplosbare nitrocellulose. Voor nagellakken neemt men dus in het algemeen de normale soort.
De meest gebruikte oplosmiddelen zijn: ethylacetaat, absolute alcohol, butylacetaat, butylalcohol. amylacetaat, glycolethers en acetonolie. De oplosmiddelen die men gewoonlijk voor het versnijden gebruikt, bv. benzol, toluol en benzine, worden voor nagellakken beter niet gebruikt.
De samenstelling van het oplosmiddelmengsel moet zodanig gekozen worden, dat de lak onder alle omstandigheden geheel helder en doorschijnend opdroogt. Bovendien moet het de toevoegingen aan hars ook tot het geheel doordrogen in oplossing houden. In het algemeen neemt men ongeveer 50 % oplosmiddel met een kookpunt onder 100℃, opdat de lak voldoende vlug droogt. Men vermijdt een teveel aan vluchtige oplosmiddelen, daar de lak dan bij vochtig weer een neiging heeft wit op te drogen. Om geheel zeker te zijn voegt men in het algemeen dan nog een bepaald percentage zeer hoog kokende oplosmiddelen toe. De hiervoor gebruikte glycolaethers hebben bovendien nog de eigenschap sporen water, die eventueel in de lak aanwezig zijn, bij het verdampen mede te nemen.
Daar nitrocellulose alleen te hard en te broos opdroogt, voegt men aan de lak een kleine hoeveelheid van een stof toe, die de nitrocellulose oplost en hierbij zachter en elastischer maakt. Men gebruikt hiervoor bv. ricinusolie, tricresylfosfaat, dibutylftalaat, butylstearaat en kamfer. Voor nagellak geeft dibutylftalaat in het algemeen het beste resultaat.
Ter verhoging van de glans voegt men harsen toe. Hier heeft men de keuze tussen natuurlijke harsen, die in het algemeen hiervoor extra voorbehandeld moeten worden, en de nieuwe synthetische harsen, die onmiddelijk voor het gebruik gereed zijn. De harsen worden te voren afzonderlijk opgelost in het geschikte oplosmiddel.
Het mengen van de bestanddelen gaat het best in glazen, geëmailleerde of vertinde apparaten.
- Recept no. 1. | |
½-sec collodium | 24 dl |
Ethylacetaat | 25 dl |
Butylalcohol | 5 dl |
Toluol | 48 dl |
Dammaroplossing | 19 dl |
Ethylglycolacetaat | 4 dl |
Dibutylftalaat | 2 dl |
Tricresylfosfaat | 2 dl |
Butylacetaat | 25 dl |
De dammaroplossing wordt gemaakt door 4 kg dammarhars in 3½ l van een mengsel op te lossen dat bestaat uit: 15 % ethylacetaat, 15 % aceton en 70 % benzol. Hierna voegt men 2½ l methylalcohol toe. Een deel van de hars, de wasachtige bestanddelen, wordt dan neergeslagen. De oplossing laat men enigen tijd staan en giet dan de heldere oplossing voorzichtig af.
- Recept no. 2.. | |
Droge in alcohol | |
oplosbare collodium | 12 dl |
Schellak | 1 dl |
Ricinusolie | 1 dl |
Ethylalcohol | 50 dl |
Ethylacetaat | 20 dl |
Butylalcohol | 5 dl |
Amylalcohol | 6 dl |
Acetonolie | 5 dl |
Voorkom ongelukken!
Gevaarlijk vergiftige stoffen worden bij het recept aangegeven. Men mag echter nooit vergeten dat alle chemicaliën relatief gevaarlijk zijn. Na het werken met chemicaliën moet men dus in ieder geval de handen wasschen, gedurende het werk mag men met de handen niet aan de oogen komen. Bij het werken met brandbare vloeistoffen mag volstrekt geen vuur in het vertrek aanwezig zijn.
Aanvulling door vindikhier.nl
Beslist lezen!
Op deze website geven wij de oorspronkelijke tekst weer van het boek 'mengen en roeren, verschenen in 1936. Lees vooral de inleiding met onderwerpen als verwarmen (boven waterbad, ofwel au bain-marie) en andere veiligheidszaken. Gebruik beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Sommige recepten of in recepten vermelde stoffen zijn wellicht in onbruik geraakt, niet meer verkrijgbaar, niet meer toegestaan of zelfs ronduit gevaarlijk.
Denk daarbij aan bijvoorbeeld asbest. Maar ook aan gevaarlijke stoffen als arsenicum en strychnine. Ga dus geen recepten namaken zonder kennis van zaken of met gevaarlijke of verboden stoffen. Met andere woorden:
'Enjoy Life' |
![]() disclaimer | mixandstir.com | w3schools | GFDL | GoodFon.com | pixabay | pexels |pinterest | pxhere.com | unsplash.com copyright © 2013 - vindikhier.nl - all rights reserved under construction |