Gebleekte schellak | 20 dl |
Sandarak | 38 dl |
Manillacopal | 32 dl |
Colophonium W.W. | 10 |
Spiritus | 125 dl | Tetrachloorkoolstof | 30 dl |
Elemi-hars | 50 dl |
Colophonium | 45 dl |
Sandarak | 30 dl |
Schellak | 5 dl |
Ricinusolie | 12 dl |
Spiritus | 860 dl |
Mastik | 6 dl |
Colophonium | 12 dl |
Sandarak | 25 dl |
Kalk-hardhars | 1 dl |
Venetiaanse terpentijn | 25 dl |
Spiritus | 75 dl |
Sandarak | 78 dl |
Elemi-hars | 31 dl |
Mastik | 98 dl |
Ricinusolie | 48 dl |
Venetiaanse terpentijn | 20 dl |
Spiritus | 980 dl |
Borax | 20 dl |
Schellak | 60 dl |
Water | 160 dl |
Onder verwarmen zolang roeren tot de schellak geheel opgelost is.
Gebleekte schellak | 24 dl |
Glycerine | 5 dl |
Gallipot | 5 dl |
Spiritus | 45 dl |
Ether | 21 dl |
Accaroidhars (rood) | 35 dl |
en | |
Manillacopal | 34 dl |
Spiritus | 66 dl |
Nitrocellulose | 100 dl |
Ricinusolie | 250 dl |
Amylacetaat | 400 dl |
Magnesiumcarbonaat | 2 dl |
Methylalcohol | 600 dl |
Sandarak | 5 dl |
Venetiaanse terpentijn | 3 dl |
Spiritus | 15 dl |
Voor de benzolbeitsen lost men een anilinekleurstof, die in vet oplosbaar is, in benzol op. De concentratie wisselt van ½ tot 10 %, afhankelijk van de tint die men wil bereiken. Voor de spiritus- en waterbeitsen neemt men de kleurstoffen die hierin oplosbaar zijn.
Na het beitsen wordt het hout dikwijls nageschuurd en dan met een poriënvuiler behandeld. Deze wordt met een pigment zo precies mogelijk op kleur gemaakt. Na de poriënvuller komt een laag slijplak, hierna een schellaklaag om te verhinderen dat de kleurstoffen doorslaan. Op de schellaklaag brengt men dan een of meer lagen blanke lak op, waarvan de soort en de kwaliteit van de prijs van het werk afhangen. De laatste laklaag kan glanzend of dof zijn, kan eventueel ook gepolijst worden.
Siccatief | 24 dl |
Terpentijn | 40 dl |
Lijnolie | 80 dl |
Kwartsmeel | 250 dl |
Gemalen asbest | 150 dl |
Voor het op kleur brengen kan men een deel van het asbestpoeder door een pigment vervangen.
Voor het gebruik verdunt men de poriënvuller met terpentijnolie of petroleumdestillaat en brengt het met een kwast op. Na ongeveer 20 min wrijft men de overmaat met een lap dwars op de houtnerf weg en laat dan goed drogen.
Men kan hout ook met olielakken afwerken. Dit duurt door de lange droging zeer lang en de olielakken zijn bijna alle meer of minder sterk geel gekleurd, waardoor het uiterlijk van het hout steeds veranderd wordt. Ook is olielak nooit zo doorschijnend als nitrolak en de houtnerf komt dus niet zo fraai te voorschijn.
Indien een mat oppervlak gewenst wordt voegt men aan de olie- of nitrolak een hoeveelheid matpasta toe, die men verkrijgt door aluminiumstearaat of palmitaat met de juiste hoeveelheid oplosmiddel te laten zwellen.
Voorkom ongelukken!
Gevaarlijk vergiftige stoffen worden bij het recept aangegeven. Men mag echter nooit vergeten dat alle chemicaliën relatief gevaarlijk zijn. Na het werken met chemicaliën moet men dus in ieder geval de handen wasschen, gedurende het werk mag men met de handen niet aan de oogen komen. Bij het werken met brandbare vloeistoffen mag volstrekt geen vuur in het vertrek aanwezig zijn.
Aanvulling door vindikhier.nl
Beslist lezen!
Op deze website geven wij de oorspronkelijke tekst weer van het boek 'mengen en roeren, verschenen in 1936. Lees vooral de inleiding met onderwerpen als verwarmen (boven waterbad, ofwel au bain-marie) en andere veiligheidszaken. Gebruik beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Sommige recepten of in recepten vermelde stoffen zijn wellicht in onbruik geraakt, niet meer verkrijgbaar, niet meer toegestaan of zelfs ronduit gevaarlijk.
Denk daarbij aan bijvoorbeeld asbest. Maar ook aan gevaarlijke stoffen als arsenicum en strychnine. Ga dus geen recepten namaken zonder kennis van zaken of met gevaarlijke of verboden stoffen. Met andere woorden:
'Enjoy Life' |
disclaimer | mixandstir.com | w3schools | GFDL | GoodFon.com | pixabay | pexels |pinterest | pxhere.com | unsplash.com copyright © 2013 - vindikhier.nl - all rights reserved under construction |